Antaiji

Tempel van vrede

GABYÔ
Geschilderde taart


Alle boeddha’s belichamen en daardoor belichamen alle dingen. Maar ze zijn niet van een schepsel, niet van een geest. Noch van een schepsel, noch van een geest staat de ene belichaming de andere niet in de weg als belichamen zich verwerkelijkt. Op het moment van verwerkelijking verwerkelijkt zich de verwerkelijking zonder met verwerkelijking in aanraking te komen. Dit is de directe en open overdracht uit de school der patriarchen. Laat “een-zijn” en “verscheidenheid” geen maatstaven zijn voor jouw studie op de weg.
Daarom wordt gezegd: “Wie ook maar een ding doorgrondt, doorgrondt tienduizend dingen”. “Een ding doorgronden” wil zeggen noch de specifieke autonomie van een ding wegnemen, noch het te relativeren, noch het als absoluut te bestempelen. Absoluut wil niet anders zeggen dan wederzijdse belemmering. Als doorgronden het doorgronden niet belemmerd, dan is dat de ene doorgronding en zijn dat de tienduizend doorgrondingen. Een doorgronding is een ding, een ding doorgronden is tienduizend dingen doorgronden.

Een oude Boeddha zegt: “Geschilderde taart stilt geen honger!”
De in nevel gehulden die deze uitspraak doorgronden, de bodhisattvas en boeddha-leerlingen uit de tien richtingen – zij onderscheiden zich in naam en rang. Huid en vlees van godenhoofden en demonensmoelen uit alle hemelsrichtingen zijn vet of uitgemergeld. Echter wat hier de studie van de weg van boeddha uit de oude en nieuwe tijd genoemd wordt, is niets anders dan loze spreuken onder bomen en in grashutten. Deze boeddhisten dragen hun handwerk over door te verklaren dat het leren van de Geschriften niet tot ware wijsheid leidt. Of ze zijn van mening dat deze uitspraak wil zeggen dat de oefening van de drie Voertuigen en van het ene Voertuig niet de Weg van de volkomen wijsheid zij. Doch het is een grote vergissing te beweren dat dit woord zou betekenen dat de leer slechts provisoir is en derhalve als een waarheid zonder gewicht.
Dat is niet de juiste overdracht van het handwerk der patriarchen, het verduistert slechts de woorden boeddha’s. Wie staat het toe dat diegene die deze uitspraak nog niet eens doorgronden kan, zich nog verder verdiept in de woorden van boeddha?

De zin “Geschilderde taart stilt geen honger!” lijkt op de uitspraken “Zie af van al het slechte, doe alleen maar goed!” of “Wat komt nou daar?” of “Ik zit er helemaal in!”.
Sta hier even bij stil.
Slechts weinigen hebben de “geschilderde taart” gezien en niet een heeft deze uitspraak daadwerkelijk begrepen. Waarom toch? Als ik vroeger enkele vleesvrachten naar hun mening vroeg, zag ik geen twijfel, geen inzicht. Ze waren zo gedesinteresseerd als ginge het om de loze roddel van hun buren.

Weet dat de geschilderde taart het gezicht is dat je van je vader en moeder gekregen hebt en tevens het gezicht is dat je al had voor de geboorte van je vader en moeder. Juist deze taart, van rijstmeel gebakken, is niet noodzakelijkerwijs leven of niet-leven, maar is het moment van verwerkelijking en openbaring van de Weg. Denk er niet over na door je vast te klampen aan verleden en toekomst. Voor het schilderen van een rijsttaart gebruikt men equivalente materialen als voor het schilderen van bergen en rivieren. Voor een schilderij van bergen en rivieren heeft men de kleuren blauw en groen nodig, voor het schilderen van een taart neemt men rijstmeel. De recepten komen overeen, de bereiding is hetzelfde.
Als dit zo zij, dan wil hier de uitdrukking “geschilderde taart” zeggen dat sesamtaart, groentetaart, melktaart, geroosterde taart en giersttaart zich door het schilderen verwerkelijken. Weet: Eén bij het schilderen, één als de taart, één in de leer. Daarom zijn alle taarten die zich zo verwerkelijken, geschilderde taarten. Wie dan echter nog steeds verlangt naar taart, is deze nog niet tegengekomen, heeft zich nog niet met hem vereenzelvigd.
Nu eens openbaar, dan weer verborgen. Desondanks zijn er geen sporen van rijpheid of onrijpheid, is er geen spoor van verleden of toekomst. Op deze plek ontstaat en openbaart zich het rijk van de geschilderde taart.

“Honger” in “stilt geen honger” is niet de honger die ons dagelijks 24 uur lang kwelt. De geschilderde taart biedt geen bevrediging. Ervan te eten lijdt niet tot stillen van de honger. Taart staat zelfs niet in verband met honger, taart staat ook niet in verband met taart, daarom staat deze noch voor het gezegde, noch voor de aard ervan. Honger is de wandelstok, horizontaal of verticaal gedragen tijdens duizend wijzigingen en tienduizend veranderingen. Taart is de verwerkelijking van de ene lichaam-geest, blauw, geel, rood, wit, lang, kort, hoekig, rond. Wie bergen en rivieren schildert, gebruikt blauw, groen en aardse kleuren, speels gevormde rotsen en stenen, de zeven en de vier schatten. En bij het schilderen van de taart gaat men net zo te werk. Wie een mens schildert, gebruikt daarvoor de vier elementen en de vijf zintuigen. Wie een boeddha schildert, gebruikt niet alleen gouden leem en modderkluiten, maar ook de 32 kenmerken, een grashalm of drie wereldtijdperken en laat de honderd kalpa’s opgaan in oefening. Zo wordt een boeddha op een enkel doek geschilderd en daarom zijn alle boeddha’s zonder uitzondering geschilderde boeddha’s. En zijn de geschilderde boeddha’s zonder uitzondering alle boeddha’s.
Onderzoek nauwgezet de geschilderde boeddha’s en de geschilderde taart. Welke zijn de steenschildpadden en welke de ijzeren staven? Wat is vorm, wat is geest? Concentreer je volledig en doorgrond het.
Aldus aanschouwd zijn leven en dood, komen en gaan gezamenlijk in de afbeelding geschilderd. Onovertroffen inzicht is de afbeelding. De wereld van alle verschijnselen, de onbegrensde leegte zijn allen vertegenwoordigd in deze, ene afbeelding.

Een oude Boeddha zegt: “Als de Weg voleindigd is, bedekt de sneeuw duizend dorpen. Als een afbeelding voleindigd is, verschijnen de blauwen bergen op talrijke doeken.”`
Dit zijn woorden van groots ontwaken. Peilloze woorden waardoor toegewijde oefening zich verwerkelijkt. Daar waar ontmoeting op de weg plaatsvindt, verschijnen blauwe bergen en witte wolken in de vorm van talloze doeken.
Geen enkele werking, geen enkel verwijlen dat niet geschilderd is. Onze huidige, toegewijde beoefening van de weg hebben we slechts deze ene afbeelding te danken. De tien namen van Boeddha en zijn drie krachten zijn het doek. De oorspronkelijke kracht, het ontwaken tot de weg is het doek. Te zeggen dat de afbeelding niet realistisch is, is zeggen dat alle tienduizend dingen in werkelijkheid niet bestaand zijn. Zouden echter de tienduizend dingen allen in werkelijkheid niet bestaan, dan zou ook de leer van boeddha in werkelijkheid niet bestaan. Is echter de leer van boeddha werkelijkheid, dan moet ook de afbeelding van de taart werkelijkheid zijn.

Een monnik vroeg aan grootmeester Yunmen Kuangzhen (Unmon Kyôshin): “Welke woorden overtreffen zelfs boeddha’s en patriarchen?”
De meester zei: “Sesamtaart”.
Verdiep je eens rustig in deze uitdrukking van de weg. Waar deze “sesamtaart” verwerkelijkt wordt, verklaren patriarchen en meesters woorden die boeddha’s en patriarchen overtreffen en zijn er kerels met een ijzeren wil die nog niet eens toehoren en zijn er leerlingen die begrijpend luisteren en is er de verwerkelijking van de weg. Deze vraag naar de essentie en het verschijnen van de sesamtaart zijn minstens twee of drie geschilderde taarten. Het zijn de woorden die boeddha’s en patriarchen overtreffen, die in staat zijn in boeddha’s en in duivels binnen te dringen.

Mijn meester zei: “Hoog uitgeschoten bamboe en korte bananenplanten in een afbeelding.”
Deze woorden zeggen dat de dingen die voorbij lang en kort zijn, gezamenlijk de weg bewandelen. “Hoog uitgeschoten bamboe” is de lange bamboe. Ook al wordt deze bewogen door Yin en Yang, zo bewegen omgekeerd ook zijn maanden en jaren Yin en Yang. Deze maanden en jaren, Yin en Yang moet men niet afwegen. Men zegt dat de grote Wijze kijkt met de ogen van Yin en Yang, maar ook de grote Wijze kan Yin en Yang niet afwegen. En wel omdat Yin en Yang samen de leer zijn, samen het afwegen zijn, samen de weg zijn. Het is niet het Yin en Yang in de ogen van de twee Voertuigen of van buiten de weg. Het is het Yin en Yang van de lange bamboe, de kalender van de lange bamboe, de wereld van de lange bamboe.
De boeddha’s in de tien richtingen zijn gezamenlijk de familie van de lange bamboe. Weet dat de hemel en aarde, de wortels, stam, twijgen en bladeren van de hoge bamboe zijn. Zo duren hemel en aarde lange voort. De grote oceaan, de berg Sumeru en de tien richtingen van het universum worden erdoor gestut en gesterkt. De stok en de staaf van de meester zijn dan oud, dan zonder leeftijd. Bananenplanten hebben aarde, water, vuur, wind en leegte zowel als geest, intentie, bewustzijn, inzicht en wijsheid, als wortels, stam, twijgen en bladeren, als bloemen, vruchten, kleur en vorm. Zo omvatten ze de herfstwind en worden door de herfstwind verwaaid.
Er rest geen stofkorrel, alles is zuiver. Achter de ogen zijn geen zenuwen of botten, in de kleuren geen vogellijm. Op deze plek heerst ontwaken. Omdat het niet een kwestie is van snelheid, kan het niet verklaard worden middels theorieën over wereldtijdperken of ogenblikken. Met deze kracht worden aarde, water, vuur en wind geactiveerd, hier vinden geest, intentie, bewustzijn en het weten de grote dood. Dit handwerk wordt geleerd in overstemming met de lente, zomer, herfst en winter.

Dit alles, aangaande de “lange bamboe en bananenplant” is in de afbeelding geschilderd. Als zo iemand bij het horen van de bamboeklank groots ontwaakte, dan waren zowel de draak als ook de worm gelijktijdig in beeld. Twijfel er niet aan door “heilig” en “profaan” af te wegen. Deze bamboe is zo lang als hij is, elke bamboe is zo kort als hij is. Elke bamboe is zo kort als hij is, deze bamboe is zo lang als hij is. Daar dit alles in de afbeelding is opgenomen, past het beeld van “lang” en “kort” volledig. Alleen maar omdat er de afbeelding van “lang” is, wil dat niet zeggen dat de afbeelding van “kort” ophoudt te bestaan.
Verdiep je grondig in dit beginsel. Het zijn der dingen is niets anders dan deze afbeelding en juist daarom verwerkelijken zich de menselijke aangelegenheden vanuit deze afbeelding, net zoals zich boeddha’s en patriarchen vanuit deze afbeelding verwerkelijken.
Als dit zo zij, dan is er zonder de geschilderde taart geen medicijn tegen honger, zonder de geschilderde honger geen ontmoeting met de mens en zonder geschilderde stilling geen kracht. Überhaupt zou het stillen van de honger en het stillen van de niet honger, alsmede de niet-stilling van de honger en de niet-stilling van de niet honger, zonder de geschilderde rijsttaart niet te begrijpen, noch te verklaren zijn.
Verdiep je er even in, dat het hier-en-nu de geschilderde taart is. Als je dit doorgrondt, zal de deugd van de-dingen-mangelen-en-door-de-dingen-gemangeld-worden een weinig bezit nemen van jouw lichaam en geest. Zijn de deugden nog niet verwerkelijkt, dan heeft zich ook de kracht van de studie van de Weg nog niet geopenbaard. De openbaring van deze deugden is de openbaring van de geschilderde taart.

Gabyô, het 24ste hoofdstuk van de Shôbôgenzô
Voorgedragen op de vijfde dag van de elfde maand van het jaar 1242 op een bijeenkomst in het Kannondôri Kôshôhôrin klooster.
Door Ejô op de zevende dag van de elfde maand van het jaar 1242 aldaar afgeschreven.


Switch to Japanese Switch to German Switch to Spanish Switch to French Switch to English Switch to Italian Switch to Polish Switch to Russian