Met een bedrukt gezicht
Sawaki Rôshi:
Ach hoe meelijwekkend ben je, met een bedrukte blik beklaag je je geen geld te hebben, niets te eten en om te komen in de schulden. Louter omdat je denkt dat je het leven moet genieten en steeds goed in je vel moet zitten, doe je niets anders dan mekkeren over je eigen armoede.
Je zegt niets te eten te hebben, maar echt honger lijd je niet. Maar dat alleen al maakt je hongerig. De woorden worden tot een nachtmerrie. De hele wereld draait om zinloze woorden.
Ook bedelaars lachen. Ook miljonairs huilen. Vanwaar dan deze ophef?
Uchiyama Rôshi:
Zeven of acht jaren geleden bezocht ons hier in Antaiji eens een dertig jarige man, die zich met een bedrukte blik beklaagde niets te eten te hebben.
Daar we net rijstebrij voor het avondeten hadden nodigde ik hem aan tafel uit, om samen met ons te eten en daarna nog wat te converseren. Ik was verrast toen hij weigerde: “Ik heb weliswaar niets te eten, maar zo hongerig ben ik nou ook al weer niet.”
Na het avondeten hadden we een kort gesprek en hij vertelde dat hij samen met zijn vrouw en moeder woonde en in een kleine firma werkte. Hij kreeg elke maand zijn loon uitbetaald en was zeker niet aan het verhongeren. Dus zei ik: “Zeg niet dat je niet te eten hebt, als je nog niet eens honger hebt. Zeg dan dat je niet genoeg geld hebt om je de luxe te permitteren die je je maar wenst!”
Uiteindelijk bleef hij een week. En toen hij met een opgelucht gezicht zijn weg vervolgde zei hij: “In ieder geval heb ik het thuis nog beter dan hier.”
Blijkbaar kwam het leven hier in de tempel hem nogal armzalig voor. Daarom was het goed voor hem. Zolang je nog niet aan het verhongeren bent kun je nog best plezier beleven aan het leven, je moet alleen maar ophouden met mekkeren.